In de Heemkundige Kring stootten we op een moeilijk woord: commerscap. Het kwam voor in een tekst ergens uit het midden van de 16de eeuw. Peter Speecx had een getuigenis afgelegd. Hij was aanwezig geweest bij het ledigen van een ton bier. Die ton werd leeggedronken door Jan en Michiel Van Stijl, twee broers. Peter Speecx mocht meedrinken en wellicht nog anderen. Maar waarom werd er een drink gegeven?

De twee broers hadden een overeenkomst gesloten waarbij Jan Van Stijl bepaalde erfgoederen ging verwerven. Dit moet het eindpunt geweest zijn van lange onderhandelingen waarbij iedereen uiteindelijk tevreden was, en op het akkoord geklonken mocht worden. Die regeling handelde over het “commerscap” in handen van de broers. Maar waarover ging het dan?
Commerscap is een woord dat bestaat. Het komt van “commanscap” of “koopmanscap”. Het heeft de betekenis van handelszaak, handelsbetrekking, koop en verkoop. Men herkent in het woord het oude woord “commerce”.
Er bestaat ook een werkwoord “commerscappen”. Dit woord heeft de betekenis van handelen, handel drijven, maar ook: een overeenkomst of een contract sluiten, iets overeenkomen.
De broers hebben dus een overeenkomst gesloten, waarbij Jan Van Styl na de overeenkomst bepaalde erfgoederen als koopman of handelaar ging verwerven. Dit was blijkbaar zo’n goede overeenkomst, dat ze beklonken werd met een ton bier, niet een pint, ook niet een pot bier, maar wel een ton! Blijkbaar waren er nog andere zaken te vereffenen tussen de broers, want ze hebben het koopmanschap met die ton bier “verdronken” en “kwijtgescholden”. Alle oude schulden werden toen met een vat bier vereffend. Peter Speecx had geluk en mocht meedrinken. Hij kon zich de drankpartij achteraf gelukkig nog herinneren, zodat hij veel later een getuigenis kon afleggen over een geslaagd akkoord.