In het schepenverslag van 1858 staat het volgende te lezen:
Overwegende dat de opbrengst der gemakken en “pesijnen” der gemeenteschool dient verpacht te worden ten voordele der gemeente, en dat het, om den hoofdonderwijzer min of meer te vergoeden, noodzakelijk is, van hem voor het kuisen en onderhouden der scholen een kleine toelage ‘s jaarlijks toe te staan.
Besluit: Er zal hem een jaarlijkse som van 40 à 50 frank worden toegestaan.
(Gevonden door Gust Van De Mierop, december 2017, bron: schepenverslagen)